Andrei Steggmans geniet in Göteborg.
Twee weken geleden trof IFK Göteborg in het eigen Gamla Ullevi Djurgardens IF voor de topper tussen de nummer één en twee van de ranglijst. Op papier een prachtig affiche, maar het liep uit op een bloedeloze 0-0 en het publiek kreeg niet het spektakel waar het op hoopte. Feitelijk waren beide teams bang om te verliezen en dat zag je aan de manier van spelen af. Ondanks het tegenvallende spelverloop was de wedstrijd op zichzelf een bijzonder moment voor niemand minder dan Andrei Steggmans. Voor hem was de wedstrijd tegen Djurgardens namelijk een groot weerzien met veel van zijn voormalig ploeggenoten. Maar dat niet alleen, de wedstrijd was een heuse topper en het is bovendien 18 jaar geleden dat IFK Göteborg voor het laatst hoger op de ranglijst staat dan ‘de IJzeren Kachels’.
18 jaar geleden was het ook toen Andrei Steggmans zijn debuut maakte in het profvoetbal. Toen nog bij Dudelange in zijn geboorteland Luxemburg, al werd hij snel daarna opgepikt door Djurgardens. Die club verliet hij twee seizoenen geleden toen de selectie werd hervormd. ‘Een moeilijke beslissing, maar niet een waar ik spijt van heb’, zo zegt hij nu. Was de rechtsback daar immers gebleven, dan had hij nu de successen met ‘de Koninklijken’ gemist. ‘Je weet nooit hoe zoiets loopt in een carrière natuurlijk, maar die overstap heeft wel ongekend goed uitgepakt. Wat we dit seizoen wegzetten met IFK is echt uniek’, oordeelt de verdediger zelf. Over die unieke prestatie spreken we verder met hem. Maar we kijken ook terug op zijn jeugd, zijn periode bij Djurgardens en we blikken vooruit naar wat de toekomst nog brengt. De realiteit dient namelijk te zeggen dat Steggmans 36 is en volgend jaar 37 wordt. Precies de helft van zijn leven heeft hij nu als voetballer doorgebracht. Hijzelf heeft het woord ‘stoppen’ nog niet in zijn mond genomen, maar is afscheid nemen als voetballer niet het mooiste met de titel met IFK Göteborg?
Jeugd
Van Steggmans als ‘old time hero’ van Djurgardens en aanvoerder van IFK Göteborg gaan we terug naar zijn jeugd. Daar waar het allemaal begon, in het voorstadje van Luxembourg: Hesperange. Aldaar groeide hij in alle rust op in een bovenwoning net buiten de drukte van de hoofdstad, als zoon van een timmerman en violist. Zijn moeder was vaak in het buitenland voor optredens met befaamde orkesten en zodoende was de kleine Andrei vaak in de werkplaats van zijn vader te vinden. Hij heeft heel wat hamers op zijn vingers gehad, meestal als gevolg van bonje met zijn oudere broer Vincent. Waar Vincent uiteindelijk in de zaak terecht kwam en nu het eenmansbedrijfje van zijn vader heeft overgenomen, was Andrei zeker in zijn puberjaren meer op de pleintjes en veldjes in de buurt te vinden. Uiteindelijk ging hij pas op zijn veertiende op voetbal en ging spelen bij het plaatselijke Swift Hesperange.
Eerst viel hij er op als middenvelder, later als centrale verdediger waarna hij net voordat ie de overstap maakte naar Dudelange op de rechtsback positie terecht kwam. Voor die positie werd hij ook gescout bij Dudelange. Hij speelde daar vanaf zijn zestiende en maakte op 18-jarige leeftijd dus zijn debuut in het eerste. Pa Steggmans keek toe vanaf de tribune en vertelt nog altijd vol trots over dat moment: ‘Ik kneep mijn vrouw echt even in haar arm toen ik zag dat ie moest gaan warmlopen. Dat was een geweldig moment, ik herinner me het nog als de dag van gisteren. Andrei zei tegen me voor de wedstrijd dat de kans bestond dat hij vandaag zijn debuut ging maken omdat de vaste rechtsback wat pijntjes had. Ik dacht nog: dat zal wel, want hij zegt wel vaker wat. Maar jou hoor, daar stond hij: mijn zoon, ik was zo trost en ben het nu nog’. Het zegt genoeg over de betrokkenheid van de familie Steggmans, die hem vanaf zijn beginjaren als voetballer tot nu gesteund hebben. Na twee jaar Dudelange maakt hij uiteindelijk als net 20-jarige de overstap naar Djurgardens. Een droom die uitkwam: spelen bij een topclub met internationale naam en faam.
Djurgardens IF
In zijn beginjaren in Stockholm was het nog wel even wennen. De junior belandde vanuit het bescheiden Dudelange bij een topclub als Djurgardens. Steggmans ervoer een heuse cultuuromslag die ging van houten bankjes en kapotte douches in de kleedkamer tot een topsportersklimaat met massages en speciale voeding. In de luwte brak Steggmans vervolgens door bij de Stockholmse grootmacht. Eerst vooral als invaller, maar daarna ook steeds vaker als basisspeler. Hij werd in 2004 definitief overgeheveld van de beloften naar het eerste en stroomde samen met jongens als Tommie Franken en Adnan Hivari door. Eén jaar later, in 2005, maakte Steggmans deel uit van het basisteam dat tot de kwartfinale in de Championsleague reikte. Hij speelde destijds samen met de clubhelden van nu: Andrei Komac, Inan Gorgies, Fredrik Johanneson en dus ook generatiegenoten Adnan Hivari en Tommie Franken. In 2006 had Steggmans zoals bekend ook een grote bijdrage aan de eerste Championsleague titel die Djurgardens in de wacht sleepte. Hij stond op zijn vertrouwde rechtsbackpositie en speelde in een topdefensie met naast hem van rechts naar links: Concha, Johanneson en Huddenston. Bovendien vormde hij een geweldige tandem met zijn kompaan op rechts: Nwanko Dubra. Dubra ging vaak naar binnen het middenveld in waardoor Steggmans eroverheen kon komen.
In de jaren die volgden zetten de successen zich voort, spelers gingen en kwamen, maar Steggmans bleef de club altijd trouw. Hij stond altijd het eerste op het wedstrijdformulier, presteerde jaar in jaar uit constant en kon het met alle trainers goed vinden. Zodoende mocht hij na het Championsleague succes in 2006 nog 11 prijzen aan zijn palmares toevoegen, waaronder de wereldbeker voor clubteams in 2009, de ‘Triple’ in 2011 en met de ‘Zweedse gouden schoen’ in 2007 ook nog individueel succes. Aan al dat succes kwam bij zijn grote liefde Djurgardens kwam eind 2013 een eind. Toen besloot de clubleiding immers om Djurgardens IF 1 en B weer samen te nemen en werd de selectie hervormd. Steggmans had in 2013 een minder jaar beleefd en kwam na een gesprek met het clubbestuur zelf met het besluit naar buiten dat hij in het seizoen 2014 elders zou voetballen. De teller bleef daarmee steken op 572 wedstrijden voor Djurgardens met daarin 19 goals. Begin 2014 werd vervolgens in stijl afscheid genomen van de Luxemburger en samen met de andere grootheden Hivari en Gorgies liep hij een ereronde. ‘Dat moment deed zo veel met me, een afscheid om nooit te vergeten’, kijkt hij nu terug op die ‘afscheidsmars’.
Andrei Steggmans wint de Zweedse gouden schoen in 2007.
Overigens is nooit echt naar voren gekomen wat de beweegredenen waren voor Steggmans om de club te verlaten, maar de aanleiding zal ongetwijfeld zijn geweest dat hij in 2013 ook al minder speelde en toen Mels Vonderalfen voor zich moest dulden. Steggmans zelf sprak die woorden nooit, maar hield het bij: ‘ooit zou er een moment komen waarop het beter is om voor een nieuwe uitdaging te kiezen en dat moment is nu daar’.Na Steggmans’ vertrek uit Stockholm deed zich echter niet direct een nieuwe werkgever aan. Steker nog: hij kreeg pas een telefoontje van IFK Göteborg begin februari toen het nieuwe seizoen op het punt stond te beginnen. ‘Dat was zo bizar’, vertelt de back zelf. ‘Ik zat mezelf net te bedenken: stel nou dat er deze week geen club meer belt. Neem ik dan op deze manier in stilte afscheid van het voetbal, dat heb ik eigenlijk niet gewild. Mijn doel is immers om nog een paar jaar op behoorlijk niveau wedstrijden te spelen. En net toen dat door mijn hoofde spookte, belde IFK Göteborg. Het heeft zo moeten zijn’.
IFK Göteborg
Het plan dat ‘de Koninklijken’ met Steggmans hadden sprak hem meteen aan. De toen net 35-jarige verdediger werd gehaald als mentor binnen én buiten de lijnen. ‘Vooral het feit dat de club benadrukte dat ik veel aan spelen zou toekomen en echt als motivator voor de jonge jongens binnen de lijnen moest gaan fungeren, sprak me erg aan’, blikt hij terug op het gesprek met de clubleiding. Bovendien was de club net gepromoveerd en zagen ze in mij een belangrijke routinier die de ervaring van spelen op het hoogste niveau moest overbrengen op de jonge jongens. Een belangrijke taak, maar een die los stond van mijn persoonlijke spel. Want zeker coach Vanhaeften vond het daarnaast belangrijk dat ik ook vooral lekker geen voetballen. ‘Leeftijd maakt voor mij niks uit’, sprak hij. ‘Ik weet wat je kunt en daar hebben wij ontzettend veel aan’. Uit die zin sprak enorm veel vertrouwen en ik had meteen ontzettend veel zin in het seizoen dat komen zou'.
In dat seizoen 2014 begon de club flitsend en stond zelfs een tijdje eerste in de competitie. ‘Dat beleefden we met z’n allen in een soort van roes. We kwamen van heel ver, als je bedenkt dat de club het seizoen daarvoor nog in de Superettan uitkwam, maar die tijdelijke eerste plaats werd ook zo gevierd. Ik snapte de hele heisa destijds niet, maar het was puur en alleen de ontlading. Deze club is vanuit de historie zo groot en heeft zo’n grote supportersschare dat werd gesnakt naar zo’n moment’, legt Steggmans zelf uit. Na drie speelronden lijstaanvoerder te zijn geweest, kon het succes niet worden voortgezet en viel de club ver terug met een tiende eindklassering als resultaat.
Dit seizoen is echter alles anders. De eerste plaats van dit moment wordt in tegenstelling tot vorig seizoen niet uitzinnig gevierd, maar juist gedegen vastgehouden. De kracht van IFK Göteborg dit seizoen zit hem in de teamspirit. De selectie herbergt tal van verschillende voetballers, maar is één team als geen ander. ‘Je ziet dat je dan tot veel in staat bent’, weet ook Steggmans. ‘Natuurlijk hadden we graag van Djurgardens gewonnen, maar door het gelijke spel blijft het puntenverschil hetzelfde’, gaat hij verder. Ondertussen valt Steggmans zelf dit seizoen weer in het oog. Vorig seizoen speelde hij vooral in dienst van het elftal, maar in de huidige jaargang wil hij steeds vaker wat meer van zichzelf laten zien. ‘Grote lof als je dit op 36-jarige leeftijd kan’, sprak Patrik Wehminen een paar weken geleden toen de routinier uitblonk met een goal en een assist tegen Östers. Door zijn persoonlijke successen de laatste weken en het ongekend sterke seizoen van zijn club IFK Göteborg, rijst meteen de vraag op: ‘hoe lang gaan we Andrei Steggmans nog zien op een voetbalveld?’
Toekomst
Feit is dat hij daarover nog geen beslissing heeft genomen. Voorlopig geniet de Luxemburger in ieder geval nog dag in dag uit bij IFK Göteborg. Hij traint op het scherpst van de snede en oogt topfit in wedstrijden. ‘Ploeggenoten verbazen zichzelf daar wel eens over. ‘Jij blijft ook maar gaan he?’, zeggen ze dan. Voor mij is dat echter vanzelfsprekend. Ik ben een voetbaldier en speel het liefst vijf wedstrijden per week. Bovendien is het natuurlijk fantastisch dat ik dit fysiek allemaal nog aankan. Ik speel wekelijks 90 minuten en ben haast nooit geblesseerd. Dat komt enerzijds omdat ik zuinig ben op mijn lichaam, maar is anderzijds ook geluk. Daarom hoop ik ook dat dat geluk nog even aan mijn zijde is’, aldus Steggmans.
Al met al kan Steggmans dus nog niet zeggen wanneer zijn voetbalpensioen ingaat. ‘Weet je, daar ben ik helemaal niet mee bezig. Mensen vragen dat me wel vaker, puur omdat ze benieuwd zijn, maar ik ben op dit moment bezig om met IFK Göteborg voor de titel te gaan. Ik weet wel dat dat het totaalplaatje zou zijn en dus een mooi moment om er een eind aan te breien, maar we zijn nog lang geen kampioen en dus is dat idee nog niet eens door mijn hoofd geschoten. Wat de toekomst brengt zie ik dus allemaal wel. Ik ben in ieder geval ontzettend blij dat ik twee jaar geleden voor deze prachtige club heb gekozen. Het is hier geen moment saai, Göteborg is een echte voetbalstad en we hebben een hele leuke spelersgroep. Wat ben ik bevoorrecht dat dit allemaal nog zo laat in m’n carrière op m’n pad komt!’